vrijdag 2 juni 2017

Italica

Nee. We zijn niet verloren gereden of vorige nacht naar Rome gevlogen. Vijf kilometer buiten Sevilla ligt het dorp Santiponce. Ooit lag hier de Romeinse stad Italica. Nu ligt er nog een ruïne van een theater en van een badhuis. Juist buiten het dorp ligt een grote ruïne van een oude stad met een gigantisch badhuiscomplex en een al even imposant amfitheater. Het mooist zijn de mozaïeken vloeren in de restanten van huizen. Twee mensen zijn geduldig met restauratiewerken bezig.  Merkwaardig is dat tijdens de middeleeuwen straten in steden open riolen waren. Hier, vele eeuwen eerden was er een heus rioleringsnetwerk onder de straten.

Onze route brengt ons dan via een drukke weg vijftien kilometer verder tot Guillena. Vanaf daar volgen we de Ruta Del Agua. Al direct buiten het dorp rijden we over een brede, onverharde weg. Een paar kilometer verder draaien we het natuurpark in op een smallere weg. Hoe druk het daarnet nog was, des te rustiger is het nu. Op twee mountainbikers na is er geen levende ziel te bespeuren. De natuur is des te mooier. De hellingen zijn dun bebost. Een lang, smal stuwmeer kronkelt als een slang tussen de heuvels door. Wij keren en draaien als een lieve lust mee en genieten van het uitzicht. In een eenzame bar ontmoeten we nog een Vlaams fietsend koppel. Ze volgen dezelfde route als wij tot in Compostella. We kunnen ze dus nog zien. Na de bar wacht ons een pittig stuk. De brede grindweg gaat stevig bergop en het is laveren tussen putten en greppels. Ook in de afdaling kunnen we niet zomaar snelheid maken. Het is oppassen geblazen. De hete zon maakt het zwaar. Een eind verder wacht ons nog een stevig stuk bergop. Uiteindelijk komen we in het dorp Castilblanco de los Arroyos waar een terrasje voor wat rust en verfrissing zorgt. Hier treffen we eindelijk terug asfalt. 

De volgende achtentwintig kilometer over een rustige weg zijn echter ook nog pittig. De ene helling volgt de andere al sneller op. 
Om vijf uur rijden we ons doel binnen. Almadén de la Plata is volgens het boekje een levendig dorp met witte huisjes en leuke pleintjes.  Mooie huisjes en leuke pleintjes zijn er wel. Ooievaars nestelen op de toren van het gemeentehuis en de kerk. Veel leven is er aanvankelijk niet. Na verloop van tijd komen er meer en meer pelgrims en fietsers buiten. Ze hebben allemaal honger maar moeten tot acht uur wachten tot er gegeten kan worden. 

Het was vandaag een mooie maar zware rit. Van de negentig kilometer die we reden was er de helft onverhard. Straks doen we ons tegoed aan een pelgrimsmaal. Eens benieuwd wat we gaan krijgen.
Stats: 90km. 1242meters klimmen en 802 dalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten